Jaarrekening 2018

Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen

Sinds een aantal jaren dienen er verplicht een aantal financiële kengetallen opgenomen dienen te worden in de paragraaf Weerstandsvermogen.  

Door middel van deze kengetallen en hun beoordeling ontstaat er een beter beeld van de financiële positie van de gemeente.

De volgende zes financiële kengetallen worden onderkend:

  1. Netto schuldquote
  2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  3. Solvabiliteitsratio
  4. Structurele exploitatieruimte
  5. Grondexploitatie
  6. Belastingcapaciteit

Kengetallen:

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

Netto schuld quote

20%

23%

34%

Netto schuld quote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

10%

13%

23%

Solvabiliteitsratio

59%

59%

54%

Structurele exploitatieruimte

5,81%

0,39%

-3,25%

Grondexploitatie

36%

27%

36%

Belastingcapaciteit

89%

89%

83%

1. Netto schuldquote (gecorrigeerd)

Definitie:
De netto schuldquote geeft de verhouding weer tussen het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. In het verlengde hiervan kennen we ook de zogenoemde “Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen”. Bij deze specifieke quote wordt er gekeken naar het effect van door de gemeente verstrekte leningen op de schuldenlast van de gemeente.

bedragen x € 1.000

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

Vaste schulden

+

20.522

19.127

19.127

Netto vlottende schuld

+

3.606

3.000

7.590

Overlopende passiva

+

3.945

3.000

3.728

Financiële activa

Uitzettingen

-

12.152

5.000

7.381

Liquide middelen

-

255

4.833

260

Overlopende activa

-

2.277

1.500

1.998

Totale baten

65.644

58.873

61.848

Netto schuldquote

20%

23%

34%

bedragen x € 1.000

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

Vaste schulden

+

20.522

19.127

19.127

Netto vlottende schuld

+

3.606

3.000

7.590

Overlopende passiva

+

3.945

3.000

3.728

Financiële activa

-

6.953

6.275

6.452

Uitzettingen

-

12.152

5.000

7.381

Liquide middelen

-

255

4.833

260

Overlopende activa

-

2.277

1.500

1.998

Totale baten

65.644

58.873

61.848

Netto schuldquote

10%

13%

23%

Beoordeling:
De verhouding tussen schulden en baten is goed.

2. Solvabiliteitsratio

Definitie:
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het percentage eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal. In het bedrijfsleven is dit een veelgebruikte ratio en daar wordt een minimum norm gehanteerd tussen 25% en 40% voor een solvabele vermogenspositie.

bedragen x € 1.000

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

Eigen vermogen

50.644

44.637

46.719

Balanstotaal

86.208

76.101

85.927

Solvabiliteitsratio

59%

59%

54%

Beoordeling:
Het solvabiliteitsratio van 54% laat zien dat de gemeente Dalfsen een zeer solvabele vermogenspositie heeft en verhoudingsgewijs dus meer eigen vermogen dan vreemd vermogen bezit.

3. Kengetal grondexploitatie

Definitie:
De boekwaarde van de voorraden grond zijn van belang, want deze waarden moeten meerjarig worden terugverdiend bij de verkoop. De ratio wordt berekend door de bouwgrond in exploitatie te delen door de totale baten van de programmabegroting in de bijlage 4.2.

bedragen x € 1.000

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

Niet in de exploitatie genomen bouwgronden

Bouwgronden in exploitatie

23.653

15.735

22.359

Totalen baten

65.644

58.873

61.848

Kengetal grondexploitatie

36%

27%

36%

Beoordeling:
Dit kengetal laat zien wat de verhouding tussen de totale baten en de terug te verdienen bedragen aan bouwgronden is. De verwachting is dat de komende jaren de voorraden gronden zullen afnemen en daarmee de ratio nog verder zal dalen.

4. Structurele exploitatie ruimte

Definitie:
Om een flexibele begroting te kunnen bewerkstelligen is het zinvol de structurele baten hoger te laten zijn dan de structurele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

bedragen x € 1.000

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

Totale structurele lasten

56.322

61.103

62.721

Totale structurele baten

58.181

59.544

59.006

Totale structurele toevoegingen aan reserves

20

Totale structurele onttrekkingen aan reserves

1.955

1.810

1.705

Totale baten

65.644

59.544

61.848

Structurele exploitatieruimte

5,81%

0,39%

-3,25%

Beoordeling:
De structurele exploitatieruimte is negatief. Dat betekent dat we structureel meer uitgeven dan we ontvangen. Door college/raad is besloten de structurele onttrekking aan de reserves verder af te bouwen als dekkingsmiddel voor exploitatie en toe te groeien naar een financiële situatie die structureel in evenwicht is.

5. Belastingcapaciteit

Definitie:
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo en 'waarstaatjegemeente.nl' publiceren deze gegevens.

bedragen x € 1.000

rekening 2017

begroting 2018

rekening 2018

A

OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ waarde

278

298

302

B

Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ waarde

139

140

137

C

Afvalstoffenheffing voor een gezin

230

215

161

D

Eventuele heffingskorting

E

Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ waarde

647

653

600

F

Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin in t-1

723

730

721

(E/F) x 100%

Beoordeling:
De woonlasten in de gemeente Dalfsen liggen ruim lager dan het landelijk gemiddelde. Het tarief voor de afvalstoffenheffing laat een forse daling zien ten opzichte van vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt doordat COELO (organisatie die landelijk deze gegevens verzamelt en publiceert) een andere berekeningssystematiek heeft toegepast. Om de bedragen per huishouden te kunnen berekenen zijn voor gemeenten met tariefdifferentiatie aannames gemaakt omtrent de aangeboden hoeveelheid afval. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat diftargemeenten minder afval inzamelen.