De jaarlijkse terugblik via de jaarrekening en -verslag laat altijd wel een aantal bijzondere gebeurtenissen zien; en 2018 vormt daar geen uitzondering op. Daar zouden we een aanzienlijke lijst van kunnen maken, maar dat gaan we niet doen. Wel waren er enkele hoogtepunten die moeten worden genoemd. De oplevering en de opening door minister Slob van De Spil in Nieuwleusen springt er uiteraard uit. Niet alleen uniek qua voorziening, maar zeker ook uniek wat betreft de manier waarop dit tot stand is gekomen. Een prachtig voorbeeld van samenwerking tussen gemeente, instellingen en inwoners. We kijken terug op een mooi proces en dito resultaat.
Ook op bestuurlijk vlak hebben zich diverse veranderingen voorgedaan. In maart vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats, die echter geen grote verschuivingen in het politieke landschap gaven; en ook het college trad ongewijzigd aan voor een nieuwe periode van vier jaar.
Wat wel veranderde was de persoonlijke invulling van de burgemeesterspost. In maart 2018 kondigde burgemeester Noten zijn terugtreden aan en in november was het afscheid daar. Als herinnering aan hem en zijn verdiensten voor Dalfsen werd onlangs (maart 2019) in iedere kern een Notenboom geplant.
Er volgde een proces voor de opvolging van Han Noten, met een mooie profielschets en een spannende periode van werving en selectie van de nieuwe burgemeester. Uit een voor Overijssel recordaantal kandidaten werd Erica van Lente aan de minister voorgedragen voor benoeming, waarna in januari 2019 de installatie plaatsvond.
Al met al was het bestuurlijk gezien een bewogen jaar en als college zijn wij blij dat we vervolgens onze tanden weer in belangrijke inhoudelijke vraagstukken konden zetten.
En hoe is 2018 in financiële zin voor Dalfsen verlopen?
We begonnen het jaar op zich goed met een structureel sluitende begroting. Maar in 2018 kregen we enkele forse tegenvallers te verwerken. Met name de ontwikkelingen in de jeugdzorg noopten in het eerste halfjaar tot een stevige bijstelling van de uitgaven. Rond de zomerperiode zijn we extra en strak op de budgetten gaan zitten. Dat heeft geleid tot een tweede bestuursrapportage die met een positief saldo aan de raad kon worden aangeboden. Maar het goede gevoel daarbij was van korte duur: de ontwikkelingen bij het Rijk waren zodanig, dat de septembercirculaire roet in het eten gooide. Opnieuw werden we in financiële zin met een dikke tegenvaller geconfronteerd, waarna de prognose wederom op een tekort uitkwam.
In werkelijkheid sluit de jaarrekening 2018 met een tekort van afgerond € 500.000. Dit ligt in lijn met de uitkomst van de tweede bestuursrapportage inclusief septembercirculaire. Er hebben zich na de septembercirculaire wel een aantal mee- en tegenvallers voorgedaan. Per saldo is hiervan het financiële effect beperkt. Ons stevige weerstandsvermogen en de beheersbare risico's maken dat we het genoemde tekort prima op kunnen vangen door de inzet van reserves.
Daarbij past wel de opmerking dat er nog een substantiële onzekerheid boven 2018 hangt. En dat is (wederom) de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De kans is groot dat we nog te maken krijgen met een negatieve afrekening over dat jaar, die mogelijk in de papieren kan lopen. De stijging van de rijksuitgaven is in 2018 naar verwachting minder groot geweest dan waar aanvankelijk van is uitgegaan. Het gevolg daarvan is dat ook de gemeenten een lagere rijksbijdrage ontvangen, conform de systematiek van 'samen de trap op, samen de trap af'. Het probleem is dat het hier om een verwachting gaat en dat niemand kan zeggen wat de werkelijke ontwikkeling zal zijn (behalve dat er een tegenvaller wordt verwacht). Zoals het nu lijkt ontstaat hier meer zekerheid over via de meicirculaire. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en zullen de raad informeren zodra het mogelijk is. Dit risico is ook meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen.
Wij sluiten niet uit dat met een blik in de achteruitkijkspiegel 2018 in financieel opzicht wel eens als een markant keerpunt kan worden gezien. Vooral de uitgaven binnen het sociaal domein zullen daarin bepalend zijn. Hoewel Dalfsen, zoals het zich nu laat aanzien, nog niet in het rijtje staat van gemeenten waar de grootste klappen vallen, werpen de ontwikkelingen die in 2018 zichtbaar zijn geworden hun schaduw al wel vooruit en is er alle reden om met enige zorg de toekomst tegemoet te zien. Om die reden zijn wij in 2018 begonnen om de uitgaven in het sociaal domein grondig te analyseren en te kijken aan welke knoppen we kunnen draaien om die uitgaven beheersbaar te houden. Immers, we staan ook nog voor andere uitdagingen die een beroep zullen doen op inzet van schaarse middelen. We hoeven daarin alleen maar te verwijzen naar het IBP (Inter Bestuurlijk Programma) waarin het rijk, de provincies en gemeenten in 2018 gezamenlijk de thema's hebben benoemd die nadrukkelijk om bestuurlijke en maatschappelijke aandacht vragen. en daarnaast hebben we uiteraard ook nog onze lokale prioriteiten en uitdagingen die zijn verwoord in de 'kleurrijke kubus' en het bestuursprogramma.
In de aanpak van al die vraagstukken, maar ook in het op peil houden van onze dienstverlening, zijn we afhankelijk van de kwaliteit van de ambtelijke organisatie. Het college is content met de extra middelen die de gemeenteraad in 2018 beschikbaar heeft gesteld om enkele van de grootste noden in de organisatie aan te pakken. Maar daarmee zijn we er nog niet. Vooral op het gebied van de automatisering en de kwaliteit en capaciteit van de ambtelijke organisatie, zal nog een tandje bij moeten worden geschakeld. Net als in het bedrijfsleven, de zorg en het onderwijs, hebben we in 2018 ook in het publieke domein de concurrentie om goede arbeidskrachten binnen te halen zien toenemen; en we verwachten dat die tendens zich in de komende jaren voort zal zetten.
Zwartkijken is niet wat u van dit college gewend bent; en dat gaat ook nu niet gebeuren. In de basis staan wij er goed voor. Daar hoort echter wel aandacht voor risico's en bedreigingen bij en die zullen wij samen met uw raad onder ogen moeten zien en pro-actief van een aanpak voorzien. 2018 was een boeiend jaar en van 2019 verwachten we niet veel anders.